De deelnemers aan de zadenruil hebben de volgende omschrijvingen nog van me te goed.
Heemst – Althaea officinalis
We blijven met Heemst nog even in de kaasjeskruid familie. Qua bloem de mooiste van de drie en met fluweelzachte blaadjes. In het Engels heet ze marshmallow en dat verklapt meteen waarvoor de wortel werd gebruikt : de oerversie van de nonnebillen (spekjes voor de nederlanders) Baby’s kregen de wortel ook wel om op te sabbelen bij het tanden krijgen en gemalen werden er hoesttabletten van gemaakt. Een paar dagen geleden heb ik trouwens vastgesteld dat je gemakkelijk wortels kunt oogsten zonder dat je de hele plant moet gaan uittrekken, gewoon wat aan de basis graven en je haalt er gemakkelijk enkele uit de grond, nu nog zoeken naar een recept voor marshmallows. Onderstaand exemplaar werd helaas een beetje belaagd door haagwinde. Ook nog even meegeven dat ze graag vochtig staan.
Grote teunisbloem – Oenothera glazioviana
Ik laat het beeld voor zichzelf spreken. We kennen ze van de teunisbloemolie , maar in vroeger tijden werd ook de wortels wel eens op tafel gezet. Zelf heb ik hem vorige herfst voorgezaaid in de serre en met succes, blijkbaar heeft hij een beetje kou nodig om te ontkiemen.
Look zonder look – Alliaria petiolata
Bij deze moet u het stellen zonder fotootje, maar google het toch even , want ik heb moeten wachten tot de bloei voor ik doorhad wat het was. Het blad ruikt en smaakt naar look en kun je dan ook gebruiken om een looksmaakje aan de sla te geven , maar niet verwarmen want dan is die smaak foetsie. Ook deze zaaide ik al in de herfst voor in de serre om de simpele reden dat ik er van uitga dat je bij vaste planten ze het best kunt zaaien als het zaad rijp is. Je kan dat natuurlijk ook ter plaatse doen, maar op die manier ben je tenminste zeker dat wat er opkomt wel degelijk is wat je hebt gezaaid (als je het labelt tenminste)
Damastbloem – Hesperis matronalis
Zoals de naam zegt een serieuze matronne deze dame en ik val in herhaling : het blad is pittig maar eetbaar. Ik schreef er hier al eens over.
Kruipend zennegroen – Ajuga reptans
Jammer ook hiervan kan ik geen foto tonen, Kijkt u even in de commentaren waar Menck een prachtfoto plaatste . Het is een goede bodembedekker die in de jardin al heel vroeg in het seizoen hard zijn best doet. Het blad durft na de bloei wel last krijgen van meeldauw, als dat je stoort dan knip je het gewoon weg, het is dan wel handig dat er ook nog andere planten in de buurt staan die wat later in het seizoen op hun hoogtepunt zijn.
Welsh Onion – Stengelui – Allium fistulosum
Altijd handig zo’n vaste ui in de tuin waarvan je het groen toch wel heel lang kunt gebruiken, het komt vroeger boven dan plantuitjes en blijft langer doorgaan. Het eerste jaar zullen ze er nog wat iel bij staan maar vanaf het tweede jaar vraag je je af welke idioot het in zijn hoofd kreeg om stengelui als eenjarige te behandelen. Ook goed voor de vliegende beestjes, ze zijn er dol op als ze bloeien.
Chinese Bieslook – Allium tuberosum
Super enthousiast ben ik van deze aanwinst, behalve dan de naam, want het ziet er niet uit als bieslook en heeft meer een looksmaak in plaats van de meer uiege bieslooksmaak. Ik kook zo goed als dagelijks met look, maar zo tegen maart-april begint de lookvoorraad hier op te geraken. Vanaf februari kan ik voor de smaak op daslook rekenen, maar niet lang genoeg om het te halen tot de nieuwe lookoogst en daarom was de chinese bieslook voor mij een geschenk uit de hemel, ook al omdat het dit jaar wat magertjes was met de look Zelfs wanneer ze bloeien kan je nog steeds blad oogsten. Dit najaar bleken ze ook nog eens een vlindermagneet te zijn, alleen al daarvoor is het een aanrader. Ook deze heeft een beetje kou nodig om te ontkiemen zo rond de 5°C .
Beemdkroon – Knautia arvensis
Als laatste toch nog eentje die je niet in de soep kunt draaien, maar dat goed maakt doordat het een langbloeiende insectenlokker is.
Staat in hetzelfde perk als de heemst, want het blad op de foto is haagwinde en niet het blad van de knautia. Ook deze schoonheid heeft wat kou nodig voor ze gaat ontkiemen, dus naar buiten er mee.
Tip
Ik ben dol op het verzamelen van zaad, toch kan het wel eens voorvallen dat het niet helemaal duidelijk is hoe het zaad van een bepaalde plant er nu eigenlijk uit ziet. Ook zitten ze niet in een zakje waarop netjes vermeld staat wanneer je het moet zaaien en of het al dan niet lichtkiemers zijn of zo van die details. Ik ga altijd te rade bij de volgende twee engelstalige sites, maar je moet wel de latijnse naam kennen.
Foto’s van zaadjes en kiemplantjes van wel 800 soorten http://theseedsite.co.uk/
Duur en temperatuur voor ontkiemen van zaad : http://tomclothier.hort.net/
Ajuga reptans is een fantastisch kruipertje. Zijn uitbundigheid in onze tuin is welhaast vermakelijk. Eén mijner favorieten.
(Het is overigens Kruipend ZeNegroen, één n dus. 😉 )
Fotootje? Ik hoop dat het lukt:
LikeLike
Bedankt voor de foto en de opmerkzaamheid. ’t zal zijn omdat de Zenne op een steenworp hier vandaan ontspringt zeker dat ik er onbewust zennegroen van maakte
LikeLike
Ik vul hier mijn verlanglijstje even verder aan, als dat mag 😉 (10)
De Ajuga reptans, daar weet ik zo direct al enkele plekjes voor, en Althea officinalis wil ik ook heel graag. Niet om als Nonnenbillen te consumeren, maar als onderdeel van siroop bij geînfecteerde luchtwegen.
The seedsite kende ik al, maar bedankt voor de andere tip!
LikeLike
Groot gelijk, komt voor mekaar en eigenlijk had ik al verwacht dat je interesse zou hebben in de Heemst (herboristenopleiding en zo hé)
LikeGeliked door 1 persoon
Hallo Cin, ik heb jouw blog toegevoegd aan mijn lijst met “inspirerende blogs” op mijn weblog: moestuin-leonie.blogspot.nl
Groetjes, Leonie
LikeLike
Dank je Leonie, je hebt trouwens zelf ook een leuke blog
LikeLike