De titel van mijn vorige log deed het u al vermoeden : het vijvertje was echt niet het enige experiment die niet het verhoopte resultaat opleverde.
Plantengilde met look
Tot ver in april gebruikte ik nog dagelijks mijn eigen gekweekte look. De oogst van vorig jaar was prachtig geweest en de hele winter plukte ik lookbollen van een viertal mooie vlechten, die in mijn keuken aan de houten balken hingen te pronken. Ik was zo opgetogen over het feit dat ik, tenminste wat de look betrof, mezelf zelfvoorzienend mocht noemen, dat ik al in de prille lente uitkeek naar hoe ik de teelt van look en mijn bewaarmethode hier uitgebreid in beeld en woord zou uitsmeren. In oktober vorig jaar verzamelde ik zo’n 150 dikke tenen om het allemaal nog eens over te doen. Eén klein probleempje : de bakken waaruit mijn moestuin toen nog bestond , zouden kort erop ontmanteld worden, waar moest ik die teentjes nu kwijt. Nu had ik ergens gelezen dat allium soorten een “goede buur” vormen voor planten uit de rozenfamilie. De look zou een positieve invloed moeten hebben omdat woelmuizen er niet van schijnen te houden en ze een schimmelwerende werking hebben. Voilà : de oplossing ! Ik had de zomer ervoor de frambozen en fruitbomen stevig gemulchd met hooi. Dat was namelijk een oplossing voor het probleem “wat doe je met gras wanneer je het veel te lang hebt laten worden” : nadat de man met de zeis (nee, nee, niet pietje je weet wel, maar mijn man in dit geval) is langs geweest, laat je het eerst een poosje liggen, totdat je beseft dat het gazon eronder er helemaal niet meer uitziet zoals het hoort. Je noemt het hooi en verplaatst het naar de dichtst bijzijnde fruitboom, kwestie van het zonder te veel moeite snel weg te hebben. Het resultaat was zeer bevredigend : de brandnetels die de vorige jaren de grote pretbedervers waren bij het oogsten van frambozen, appels en pruimen bleven onder controle en onder de laag hooi lag er mooie rulle aarde waarin regenwormen en ander klein grut de tijd van hun leven hadden. Ideaal om lookteentjes te planten.
Terwijl ik de teentjes in groepjes van vijf in de grond stak zag ik het al voor me : het herfsframbozen perk zou al vroeg in het jaar groen zien van de looksprieten en vanonder de appel en pruimelaars zou ik in de zomer megaknollenoogsten. Het werd april en ik werd er zowaar zelfgenoegzaam van om die bosjes groen loof vol lookteentjesbelofte onder de fruitbomen te zien groeien.
Nu is mulchen een fantastische methode, je voedt er de bodem mee en onderdrukt onkruid, als je het blijft doen tenminste. Want die bodem voedt dus ook die meerjarige kruiden waar je doorgaans “on” voor zet. Dat mulchen had ik dus niet herhaald en tegen mei tierden brandnetel, kruipende boterbloem en berenklauw welig tussen de frambozen en rond de appelbomen, mijn looksprieten waren nog amper zichtbaar. Een eerste teken van mijn misser diende zich aan, tijdens een vlijtige wiedsessie sneuvelden voortijdig al een aantal lookbollen.
Ik heb het er hier al over gehad, de daaropvolgende maanden kreeg de tuin vooral veel regen te verwerken en bijzonder weinig aandacht. Ergens in juli herinnerde ik mij dat het moment om look te oogsten aangebroken was. Op handen en voeten zocht ik tussen het lange natte gras op die plekken waarvan ik dacht dat ik er teentjes in de grond had gestoken. De stengels waren al gaan liggen, maar bleken in een aantal gevallen nergens meer aan vast te hangen …euh, woelmuizen misschien, die hadden toch een hekel aan look ?! Heel wat knollen bleken al opengebarsten en op die exemplaren waar bol en stengel nog een geheel vormden, waren enkel verkleinwoordjes van toepassing.
Niks , geen leuk logje over mooie volle lookvlechten aan de eiken balken in de keuken : 51 armtierige lookbolletjes, net een derde van wat ik gehoopt had te kunnen oogsten. Bij het te drogen , bleek ook de preimot sneller geweest te zijn dan ik, daarvan getuigden de kleine bruine popjes die op het werkvlak achterbleven.
En wat hebben we geleerd ?
Als je mulcht kun je beter blijven mulchen, anders is het een maat voor niets.
Dat plantengildes of combinatieteelt goed kunnen werken geloof ik nog steeds. De veel te natte zomer kan immers ingeroepen worden als verklaring voor deze misser, de uien en sjalottenoogst was dit jaar ook al niet om over naar huis te schrijven en die stonden wel netjes in de moestuin. Toch was het waarschijnlijk niet zo wijs om een gewas waarvan je vooral het ondergrondse gedeelte wil oogsten, zoals look, tussen oppervlakkig wortelende fruitgewassen te zetten. Waar het één groeit kan het ander namelijk niet groeien. Bieslook of Welsh onions waren waarschijnlijk een betere keuze geweest als buur uit de alliumfamilie voor mijn appels , pruimen en frambozen, omdat het de bovengrondse delen zijn die we willen en je ze ook nog eens laat bloeien, waardoor ze de functie van insectenlokker kunnen vervullen. Bloei bij look is nu niet meteen iets wat we bewust willen.
Als ik straks tegen eind oktober weer teentjes in de grond steek zal het in de moestuin zijn, tijdig gemulchd en mooi in het zicht, zodat ik ze op tijd oogst en het duidelijk is waar ik ze heb geplant. Zoals ik al schreef hoeft deze ervaring niet meteen representatief te zijn voor het succes van de combinatie fruit/look . Ik haal er voor mezelf vooral uit dat oogstgemak een niet te onderschatten element zal zijn bij mijn volgende tuinplan.
Ik hoop wel nog dat deze misser een staartje krijgt. Ik ben er namelijk zeker van dat er een aantal bollen nog steeds ergens onder in de grond onder die fruitbomen zitten en ik ben heel erg benieuwd wat dat volgend jaar zal geven.
Op onze zandgrond doet de look het ook niet zo goed 😦 als dat een troost mag zijn
LikeLike
Het was vooral een lesje in nederigheid t.o.v. de natuur , ik die dacht hier te kunnen gaan stoefen met mijn lookoogst. Ik verdien geen troostende woorden 😉
LikeLike
Voor 2 jaar heb ik knoflook geplant tussen de aardbeien (http://woelmuizenier.blogspot.de/2015/04/woelmuizen-hier.html). Miezerige lookopbrengst, wel veel aarbeien. Ik heb de look niet eens geoogst. Dit jaar hebben die achtergebleven Liliputters gebloeid en hebben ‘zaad’ geproduceerd, d.w.z. tig micro bolletjes. Eens benieuwd wat ik daarmee kan beginnen.
Door nalatigheid bij het mulchen heb ik dezelfde ervaring gemaakt zoals gij.
Wat heb ik geleerd? Continu mulchen, brandnetels radikaal verwijderen: onder de mulch vormen ze een wortelstelsel dat je slechts met veel zweet kunt weghalen. De mooiste knoflook haal ik uit de tunnel, gekweekt met behoorlijk veel kompost, zelfs wanner ik ze heel laat geplant heb (januari).
LikeLike
Ik herinner me dat stukje en heb naar aanleiding daarvan van die microbolletjes van een bloeiende knoflook in de serre geplant, grote knollen zijn het wel niet geworden , maar de woelmuizen vermijden inderdaad wel waar ze staan (om dan ergens anders op te duiken) , maar ’t is wel een idee om wat meer in de serre te zetten. Tegen dat de tomaten het overnemen is de knoflook er al uit. Wat het mulchen betreft , ja ik heb mijn les geleerd, maar heb het me gemakkelijk gemaakt: er staat nu smeerwortel onder de fruitbomen. Houdt de brandnetel ook goed tegen en als het wat te veel wordt dan “chop and drop” ter plaatse..
LikeLike
Ik wens je volgend jaar meer succes. Brandnetels moet je volgens mij ook verwijderen met wortel en al (koop jezelf een paar echt goede rozenhandschoenen aan)
LikeLike
Dank je. Ik beschik over een hele verzameling tuinhandschoenen, daar ligt het niet aan, wat de brandnetels betreft bedoel ik. Het is eerder een kwestie van er snel vanaf willen zijn en mezelf wijs maken dat ik in de toekomst mooi en regelmatig zal “choppen en droppen”.
LikeLike
51 lookbolletjes! Dat is toch al veel eigenlijk, zoveel krijg ik op één jaar niet op 🙂
LikeLike
Bolletjes hé, met miniteentjes. Ik heb wel drie mannen te voeden, waarvan twee in de groei en dol zijn op lookboter en pittige sauzen 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Je hoeft niet per se gecultiveerde knoflook aan je bomen te zetten. Er zijn veel andere alliums die ook pittig & lekker zijn. Bijvoorbeeld https://nijssentuin.nl/524-allium-op-je-bord
LikeLike
Dit was eerder een situatie van : waar zet ik ondertussen de look ! Ik kijk hoe dan ook altijd uit naar verschillende, liefst vaste soorten om uit te proberen, je link is dus welkom, bedankt.
LikeLike
Pingback: Zadenruil(3) | le fabuleux jardin