Missers van het seizoen (1)

‘ T is niet omdat een mens  al vier jaar een tuin heeft en er sinds begin dit jaar een tuinblog op nahoudt, dat men zich een volwaardig  en succesvol tuinier kan noemen , dus dacht ik, in plaats van mijn prachtige tomaten , overvloed aan courgettes (iemand nog een leuk recept ?) en kleurrijke slaatjes te showen , laat ik het eens hebben over de geflopte projectjes, de  faliekant afgelopen experimentjes en de niet meer voor herhaling vatbare ideetjes.  Mijn eerste misser  hoef ik  niet ver te zoeken. Onderstaand stukje staat al maanden in mijn concepten, tijd om het eens boven water te halen  ( belabberde woordspeling, ik weet het).

“Gley” of het vijvertje zonder folie.

Nog voor ik een tuin had wou ik een vijver.  Water zorgt voor extra leven en  tegelijkertijd ook rust. Toen ik nog in de grote stad woonde had ik met een tweetal cementemmers, wat stenen en wat plantjes, onder het mom dat dat leuk was voor de jongens,  een klein waterpartijtje in elkaar geknutseld. Uiteindelijk bleek dat het vooral mama was  die zich er mee kon uitleven. Uren kon ik naar het waterleven staren, want hoe klein ook, er zat leven in. Watervlooien, kevertjes, libellenlarven, zelfs visjes.  Samen met mijn jongens waren we daarvoor gaan vissen in de vijver in het park. Toen we naar de jardin verhuisden werden de vijvertjes ontmanteld en de visjes door een vriend als aquariumdieren “gered”.  Sindsdien blijft het verlangen naar een vijver. Alleen zijn er altijd andere prioriteiten,  een deftige badkamer bijvoorbeeld en regenputten en …  Ik ben een beetje koppig en ook ongeduldig, maar ook rap content, al zeg ik het zelf. Het moet niet groot zijn, dat vijvertje en het zal ook niets kosten en weet je wat, ik zal er niemand mee lastig vallen, ik doe dat wel allemaal zelf. Gewoon een kleintje, midden in de moestuin, voor de kikkers en de padden, die eten slakken en ik kan er waterkers in kweken. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn, een gat in de grond graven en zie  :

P1010808 (1).JPG

Nee, zo naïef ben ik niet. Tenzij er genoeg klei in de grond zit en je de grond voldoende kunt samendrukken, door er bijvoorbeeld met zwaar materiaal over te rijden,  kan je er misschien in slagen om  een poel waterdicht te krijgen. Een putje in leemgrond met een diameter van amper 1m en 75 cm diep krijg je niet waterdicht door er wat in te staan springen met rubberen laarzen.  In de meeste gevallen moet die waterdichte laag op één of andere manier aangebracht worden.  Folie, beton, betoniet, een voorgevormde plastieken vijver, geen denken aan ! Zelfs het alternatief met kattengrit wil ik niet uitproberen.  Ik wil dit doen met natuurlijke materialen, liefst van eigen erf.  Dus experimenteren we met “gley”.  De theorie is simpel : je creëert een ondoordringbare laag door organisch materiaal onder anaerobe omstandigheden te laten “rotten”. Het is een techniek die uit Rusland  zou komen en wordt toegepast met verse mest, daarbovenop maaisel en dan een laag aarde, alles netjes aangestampt en na een aantal weken is de put waterdicht. Ook de wijze waarop de mysterieuze “dew ponds”  in Groot-Brittanië werden gemaakt zou op hetzelfde principe steunen. Mysterieus, omdat de putten zich zouden vullen met water van mist en dauw en ze gemaakt werden door “the gang of dew  pond makers” die de knepen van hun vak angstvallig  geheim hielden.  We hoeven het zelfs niet zo ver te zoeken. Als kind ving ik kikkervisjes in de dichtstbijzijnde “koeienput”,  gewoon een  put waar koeien konden drinken.  De boeren die zo’n put groeven, die hadden ook geen folie, maar konden op hun dieren rekenen die met hun mest en veelvuldig  hoefgetrappel zo’n put zelf waterdicht kregen.

Ik heb geen mest en ook geen koeien, laat staan hoeven. Wel heb ik een composthoop, waar ik tijdens de winterdagen te weinig bruin materiaal heb aan toegevoegd en die daardoor een beetje naar mest ruikt. Ik heb ook een zware paal, één hoef dus, daarmee kan ik  de compost op de vlakke delen aanstampen. Voor de verticale delen wordt het adem inhouden en  compost, of  liever het half verteerde spul wat er voor moet doorgaan, aandrukken met de hand.  Heb ik u al gezegd dat ik ongeduldig ben ?  Ik kieper er meteen een aantal emmers water in, dan is het meteen anaeroob, toch ? Ik installeer mij in het zonnetje en bewonder mijn werk. Het water komt echter niet tot rust, het lijkt wel alsof het vijvertje een  hartslag heeft, het is de zuigende kracht van de aarde. Experiment mislukt ? Bwa, de volgende dag staat er toch nog steeds een bodempje water in de poel.  Die koeien doen dat ook niet in één dag, dus bedenk ik dat als ik iedere dag een tijdje een éénbenige koe imiteer,  het met wat geduld en potenkracht wel moet lukken.   U kunt zich misschien voorstellen hoe zoiets gaat. Mijn imitatiesessies worden iedere dag een beetje korter. Na een dag of drie hou ik het voor bekeken. “Opnieuw uitgraven en bekleden met plastic” oppert de man wanneer ik hem inlicht over mijn viervijfde mislukking. Zoals ik al zei, ik ben koppig en besluit mijn huiswerk over te doen. Het belangrijkste lijkt het creëren van een anaerobe omgeving, in het Russische voorbeeld wordt daarvoor een laag aarde gebruikt, maar mijn mini-vijvertje is al niet diep. Afdekken met plastic, papier of karton wordt ook vermeld. Ik beslis om voor nat papier te gaan.  De laag aangestampte compost laat ik zoals ze is. Daarover gaat een dikke laag gemaaid gras. Doordat het gras al wat begint te composteren kan ik het makkelijk op de zijwanden van de vijver plakken en druk het zo hard aan als ik kan. Natte vellen papier worden erover gedrapeerd tot alles mooi bedekt is. Komt dat opgespaarde  inpakmateriaal toch nog eens van pas.  In het lentezonnetje droogt het  natte papier echter zienderogen op en komt meteen los. Dan toch maar een laagje aarde.  De leem die  ik onderuit het vijvertje heb gehaald vermeng ik met water en lijm bij wijze van spreken de papieren laag er mee vast. Nu komt het moeilijkste : 2 tot 3 weken geduld !

“Doe dit niet tijdens het regenseizoen” stond er op één van de sites. Twee dagen later regent het de hele dag door evenals de daaropvolgende week en de week daarop.  Ik lees ook dat de anaerobe laag vochtig moet blijven, dus bekijk ik het positief en gok ik erop dat de regen dat deel van de klus alvast verzekert. Mijn grootste vrees is dat de regen de leem zal wegspoelen, maar bij een avondlijke inspectie blijk dat mee te vallen. Er lijkt zelfs al wat meer water in het poeltje te staan en dus markeer ik het waterniveau op een stok. Iedere dag meet ik netjes de hoeveelheid water.  De regen blijft vallen maar het waterpeil in de bodem van het poeltje verandert nauwelijks.  Aan het einde van week 1 begin ik al aan een herbestemming voor “het gat”  te denken en  de hoop om deze techniek later toe te passen op grotere schaal begint te wankelen. Nog wat geduld, hou ik mezelf voor.

En wat gebeurde er toen ?

Geduld was blijkbaar niet hetgeen nodig was, door de renovatiewerken   verdween mijn vijvertje  op de achtergrond.  Begin juli , dacht ik er alsnog een cementemmer of folie in te plaatsen.

DSC_0012.JPG

maar ook dat kwam er niet van , met als resultaat :

DSC_0129.JPG

een boobytrap voor eventuele ongewenste bezoekers.

En wat hebben we geleerd ?

Dat technieken voor grotere projecten  niet noodzakelijk  ook  geschikt zijn voor hele kleintjes en dat improviseren met materialen zo zijn gevolgen heeft.   Dit putje zal uiteindelijk toch een folie laagje krijgen. Mijn verlangen naar een deftige vijver is daarmee nog niet gestild. Binnenkort komt de regenputman terug langs met zijn graafmachine, voor een ander project. Terwijl hij er dan toch is  kan hij een grotere put graven op een lager gelegen deel in de tuin . Ik vermoed/hoop  dat er genoeg klei in de grond zit zodat we  folie alsnog achterwege kunnen laten … en lukt dat niet dan noemen we onze vijver toch gewoon poel.

P1020198.JPG

genoeg klei in de ondergrond ?

15 gedachtes over “Missers van het seizoen (1)

  1. Met veel plezier heb ik je toch hele serieuze pogingen voor dit vijverproject gelezen. Ik herkende mezelf in het vastbijten in een bepaald project, de research, die je ervoor verrichtte, het niet voor een gat te vangen zijn en het steeds opnieuw proberen langs een andere weg…
    Uiteraard is een natuurlijke vijver het meest interessant. Ik heb zelf jaren geleden toch maar gekozen voor een goede kwaliteit rubberfolie voor de iets grotere vijver en een voorgevormde plastic voor een kleintje.
    En, zoals je weet, heet onze vijver al langer een poel 😉
    Kattengrit heb ik ook nog staan – ik ga dat artikel erover nog eens goed nalezen.
    Cin, we blijven lekker spelen en experimenteren in onze tuinen! Ik volg de ontwikkeling in je vijverproject graag.
    Een hartelijke groet van Zem.

    Like

    • Het doet me plezier dat je plezier hebt beleefd aan het lezen. Het stukje was al geschreven, alleen bleek de uitkomst niet de gewenste … maar op deze manier hebben we er allemaal iets aan. Het stuk folie dat ik uiteindelijk toch ga gebruiken heb ik ondertussen al op de kop weten te tikken.

      Like

  2. De bloopers na de film zijn toch steeds het leukst! Dit is nog maar deel 1 van missers, zie ik. Hoe plezant en goed gevonden om daarover te schrijven! ’t Is wel heel mooi, dat vijvertje midden in de moestuin. Ik zou het niet gewoon maar wegdoen. Maar een oplossing zonder plastiek of folie ken ik ook niet…

    Like

    • Weet dat jij er voor iets tussen zit, ik had namelijk een stukje klaar over courgettes, just nog een fotoke had ik nodig en lap daar verschijnt jou logje met bijna krek dezelfde recepten… dus maar op zoek gegaan naar andere onderwerpen 😉

      Like

  3. Zou dicht trillen wat kunnen zijn? Net het boek van Sep Holtzer gelezen, volgens mij stond daarin dat alles te trillen is. Al zal je er misschien een machine voor nodig hebben, maar plastic folie.

    Like

  4. Vijvers kunnen vrij succesvol worden gedicht met bentoniet, wat overigens een natuurlijk materiaal is.
    Vijvers kunnen met zekerheid worden gedicht met folie, wat overigens de meest gangbare aanpak is.
    Of het nóg anders kan? Sla me dood. (Bij voorkeur niet letterlijk, graag.)

    Like

  5. Prachtig, Cin. Het tuindersleven heeft zo zijn ups en downs. En precies over die downs wordt heel zelden geschreven (behalve de slakken- en koolwitjesinvasies). Zij zijn nochtans de meest leerrijke.
    (Btw: mijn tomaten-, courgetten-, aardappel-, bonenoogst zijn natuurlijk ook dít jaar weer overweldigend. 🙂 )

    Like

  6. Jongens toch ! Dit is zoooo herkenbaar, vroeger, ooit quasi identiek hetzelfde gedaan, het moest en zou een “natuurlijke” vijver worden 🙂 Blijven volhouden hoor ! Of verhuizen zoals ik (echt niet doen hoor!) , een oude rivierarm zorgt hier voor twee natuurlijke vijvertjes die in de zomer half leeglopen maar in de winter dan weer “serieus” overlopen, zo zie je maar…

    Like

  7. Ik ga mijn vijver ook gewoon met folie leggen. Ik denk wel een manier te hebben gevonden om hem wat natuurlijker over te laten komen, maar dat zie je wel als ik er ooit eens werk van maak (misschien wordt dat dan ook een misser)

    Like

  8. Interessant om te lezen hoe je gevaren bent met ‘gley’. Ik ben benieuwd of de vijver van klei er nog van gekomen is (of in ieder geval een poging daartoe). Ik ben zelf een vijvertje aan het maken op onze moestuin en hoop dat met de aanwezige klei (oude Maas) waterdicht te kunnen maken. Maar begin te vrezen dat dat niet mogelijk is en zoek dus naar voorbeelden en hoop :-). Hoop van je te horen, hartelijke groet, Peg

    Like

Geef een reactie op marylene Reactie annuleren